Het CBL pleit voor landelijke standaardisering van lokale coronamaatregelen. Dat heeft het CBL maandag laten weten in een brief aan minister De Jonge. Nu kan een gemeente volledig zelf bepalen welke maatregelen zij neemt. Voor landelijk opererende bedrijven, zoals supermarkten, is dat onwerkbaar, omdat het kan leiden tot een lappendeken van verschillende soorten maatregelen. Supermarkten kunnen zich op die manier onmogelijk voorbereiden op een eventuele aanscherping van maatregelen. Een landelijke standaard met opschaalniveaus laat de regie bij gemeenten en geeft tegelijkertijd duidelijkheid en voorspelbaarheid, zodat supermarkten snel kunnen schakelen als dat nodig is. Eenduidigheid is bovendien goed voor het draagvlak bij consumenten.

Mondkapjes

De behoefte aan eenduidigheid geldt bijvoorbeeld bij mondkapjes. In een aantal gemeenten geldt een mondkapjesplicht in de openbare ruimte en in winkels, maar niet voor sectoren en instellingen waar een brancheprotocol geldt. Ook supermarkten werken sinds het begin van de coronacrisis met een dergelijk protocol dat het mogelijk maakt om 1,5 meter afstand te houden in de winkel. Het CBL pleit voor eenduidigheid: waar brancheafspraken het houden van afstand mogelijk maken, is een mondkapjesplicht voor medewerkers in de winkel onnodig en ongewenst. Uiteraard staat het klanten vrij om een mondkapje te dragen als zij dat willen, zo lang dit maar niet ten koste gaat van het houden van voldoende afstand.

Testbeleid

In de brief vraagt het CBL ook om voorrang bij coronatesten voor supermarktmedewerkers en voor de mogelijkheid om zich te laten testen als zij uit bron- en contactonderzoek naar voren komen maar (nog) geen klachten hebben. Supermarktmedewerkers hebben een cruciaal beroep en kunnen niet thuiswerken. Voorrang bij testen voorkomt dat zij onnodig lang thuis moeten blijven als zij moeten wachten op een test(uitslag) of als ze in quarantaine moeten en uiteindelijk gezond blijken te zijn.